Maandag 14 september – Robben eiland
Vanuit de keuken en boven op de Tafelberg hebben we het al zien liggen; Robbeneiland. Een plek waarvan we voor onze reis al hadden bedacht om te bezoeken. Eerst skypet Floris met zijn klas. Hij zit weer te glunderen achter het scherm. Door omstandigheden komt het er niet van om te vertellen over hetgeen hij heeft voorbereid, maar dat komt volgende keer vast wel.
In de vertrekhal van waaruit we met de boot naar het eiland gaan, wordt een korte videoboodschap van ex politieke gevangenen getoond. Ze vertellen hun verhaal op een manier die voor ons typisch Afrikaans is; zingend, waarbij de ellende vrij feitelijk wordt verteld en waarin doorzettingsvermogen en hoop duidelijk doorklinken/ de boventoon voeren. Hoop, er is altijd hoop. Het is indrukwekkend om te zien en horen.
De overtocht duurt slechts een kwartier en het valt ons op dat er veel meer bebouwing is dan we hadden gedacht. Wie wonen hier, wat doen ze en vooral ook waarom zou je juist hier wonen? Aan wal stappen we in een bus. Onder leiding van een gids rijden we het eiland rond. We zitten helemaal vooraan in de bus, en de gids spreekt ons al snel aan. Mijn ‘guilty smile’ vertelt hem dat we Nederlands zijn. Makkelijke grap hoor, maar hij komt wel aan. Gedurende onze reis, waarin we ons veel hebben verdiept in de tijd van de VOC, de Voortrekkers en ook Apartheid, merk ik dat ik me heel bewust ben van onze blanke, Nederlandse nationaliteit. En dat geeft me een ongemakkelijk gevoel. De manier hoe de geschiedenis verlopen is; land claimen dat niet van jou is en de oorspronkelijke bewoners hierbij ook nog eens onderdrukken, ik kan er niet bij. Dus ja, als je dit gevoel al hebt en een gids spreekt je er op Robbeneiland op deze manier op aan dat je Nederlands bent, dan raakt dat wel een gevoelige snaar.
Na het (officieel) opheffen van de Apartheid, is de gevangenis gesloten. Na de vrijlating van Mandela zijn de overige politieke gevangenen verspreid over de tijd ook vrij gelaten. Daarna is er een bijeenkomst van hen op het eiland geweest. Hierbij hebben ze oa een bezoek gebracht aan de steengroeve waar Mandela ea politieke leiders destijds hebben moeten werken. Ieder heeft hier een steen neergelegd, die samen een hoop vormen die er nu nog ligt. De stapel zegt meer dan een standbeeld. Mooi en typisch Afrikaans.
We rijden langs het huis van de kolonel, een kerkje, een begraafplaats van mensen die aan lepra leidden en met die reden destijds (tijdens Engels bewind) naar het eiland werden gebracht. We zien overblijfselen van WO II, waaronder diverse mitrailleursnesten en kanonnen (de Duitsers bezaten immers Namibië), en het huis van Robert Sobukwe. Hij was leider van het Pan Africanist Congress en werd in 1960 opgepakt en veroordeeld tot drie jaar gevangenis. Tegen de tijd dat hij zijn straf had uitgezeten, was de zogeheten Sobukwe Clause in de wet opgenomen, waarmee bepaald was dat hij levenslang zou krijgen en afgezonderd zou zijn van andere gevangenen. Er werd een huis voor hem gebouwd op Robbeneiland, waar hij alleen woonde en slechts bezocht kon worden door familie. Vanwege gezondheidsredenen is hij later verhuisd naar Bloemfontein waar hij overleed toen hij begin vijftig was.
Het eiland blijkt door ca. 200 mensen te worden bewoond. En het opmerkelijke is; hier zijn zowel ex-politieke gevangen als ex-bewakers bij. Zoals Walter Tambo, een van de vooraanstaande ANC leiders, dankzij wie oa de internationale gemeenschap Zuid-Afrika destijds boycotte, had gezegd; “Veroordeel de daad, niet de dader.” Bewonderingswaardig om te horen dat dit ook op deze plek in praktijk wordt gebracht.
Bij de gevangenis gekomen, worden we opgewacht door een ex-politieke gevangene die ons rondleidt. Deze meneer heeft hier zes jaar gezeten. Hij verteld hoe de overheid destijds in het ANC infiltreerde en zo alles over hem te weten was gekomen. Hoe hij tijdens de verhoren elektrische schokken had gekregen en alles had bekend. We zijn blij dat hij het in het Engels vertelt en we zelf het verhaal enigszins gecensureerd aan de kinderen kunnen vertellen.
De gevangenis is destijds gebouwd door gevangenen en opgedeeld in verschillende vleugels. In sommige vleugels waren slaapzalen waar wel 60 mensen, in stapelbedden, sliepen. De mannen die hier sliepen hadden ieder afzonderlijk een A, B, C of D ‘label’. Wanneer je de gevangenis in kwam viel je onder D; deze mannen zouden gedisciplineerd moeten worden en hadden geen privileges. Je kon geen boeken lenen, bezoek ontvangen etc. Door goed gedrag promoveerde je uiteindelijk tot D. Deze mannen konden wanneer het eten echt niet te eten was een blikje vis kopen en mochten meer bezoek etc. Dat bezoek werd echter nog steeds beperkt tot één keer in de zes maanden en duurde dan slechts drie minuten.
In de slaapzaal zien we tevens een bord met dieetvoorschriften, afhankelijk van je huidskleur. Was je kleurling of Aziaat, dan kreeg je bijvoorbeeld 6oz vlees per dag, maar was je Bantus, zwart, dan was dit maar 5oz. Brood, koffie en jam/ siroop kreeg je als zwarte gevangene überhaupt niet. Een deel van het verhaal van onze gids is te zien in onderstaand filmpje. Zelf werkte en sliep hij in de keuken (zie foto van de grote ketels). Ook hangt er een gecensureerde brief, die iemand van familie heeft gekregen en waar stukken uit geknipt zijn die niet geacht werden te worden gelezen door de gevangene.
Na de eerste slaapzaal neemt hij ons mee naar de buitenplaats waar Nelson Mandela, Walter Sisulu ea vooraanstaande politici konden sporten en soms ook moesten werken. Deze buitenplaats is wellicht ook bekend van de propaganda foto die in de jaren ’60 naar internationale kranten werd gestuurd (en daarna ook in boeken is opgenomen) n.a.v. kritiek van de internationale gemeenschap op de Apartheid. Hieruit zou moeten blijken dat de politieke gevangenen heel goed werden behandeld en werden ontzien in het werk. De plek waar Nelson Mandela destijds het manuscript van A long way to Freedom begroef, tussen de planten, werd aangewezen evenals het raam van Mandela’s cel. Mede door dit soort details, waar Pepijn in het boek Madiba over had gelezen, deden hem nog meer beseffen dat het allemaal (hoe bizar ook) echt gebeurd was. Staand op het plein realiseerde ik me ook, dat mijn beeld bij de foto dat Mandela door de tralies zijn cel uit kijkt, helemaal niet klopt. Onbewust had ik altijd gedacht dat hij, gezien het feit dat ze op een eiland zaten, uitzicht had op de natuur. Nu blijkt het een betonnen muur te zijn. Daarna gingen we langs de cellen; klein en kil.
Eenmaal buiten nemen we afscheid van de gids. Op de vraag waarom hij terug is gekomen naar Robbeneiland, antwoordt hij: ”At the time that they made this into a museum and called me to be a guide, I didn’t have job. I just came to tell people what had happened here. The first time I came to guide people around, I blocked. I couldn’t say a thing. It was only then that I got counselling. Now I know that being here and telling people my story is in fact helping me to process things for myself.”
Dinsdag 15 september – Kaapstad centrum
Wanneer je zo lang op reis bent, is het op een gegeven moment tijd om weer naar de kapper te gaan. De jongens begonnen al echte ‘Langharen’ te worden. En dus togen we naar een kapsalon. Eerst nog even langs een postkantoor, om de reisschatten die we in de loop van de weken hadden verzameld in een doos naar huis op te sturen. Het regent en binnen no time zijn we helemaal nat. Als verzopen katjes komen we bij de kapper aan die de haren in ieder geval niet meer hoeft nat te maken voor het knippen. Hierna hebben we wel wat verdiend en drogen we wat op onder genot van warme chocolademelk/ koffie en wat lekkers (of zoals Aafje het altijd zegt: “met wat-iets lekkers”). We maken nog een wandeling door de Company Gardens, langs het Tuynhuys, en de voormalige groentetuin van de VOC. Leuk om te zien. Het ziet er allemaal goed onderhouden uit en druipt nog van de ‘Cape Dutch’-style. Om 12uur horen we weer het kanonsschot, dat dagelijks om dat tijdstip vanaf Signal Hill wordt afgevuurd. Dit werd ooit gedaan zodat de schepen die voor anker lagen en uit alle windstreken waren gekomen direct de juiste tijd wisten. Bijzonder hoor dat dat nog steeds gebeurt.
Begin van de middag zijn we weer thuis. Pepijn bereidt zijn presentatie over de Knysna Township verder voor en doet net als Floris nog wat huiswerk. Ook Aafje is druk met huiswerk. Ze wil heel graag iets doen en vindt de oefeningen die we eerst voor haar maakten niet meer leuk (cijfers natekenen, groepjes maken etc). Ze wil graag een echt werkschrift en dus hebben we een werkboek voor 4-jarige gekocht. Wel in het Engels, maar dat is op zich niet zo’n probleem. Veel (plaatjes)voorbeelden die gegeven worden kloppen met het Nederlands: A apple/ appel, B bear/beer, G goat/geit etc. Waar ze niet kloppen leren we haar het Engelse woord (B butterfly) en dat vindt ze ook leuk. Alleen de c van laten we achter wegen; het verschil uitleggen tussen de c van computer en de k van koe laten we aan juf over.
Ondertussen zorgt Alphons ervoor dat de huurauto er weer spik en span uit ziet door hem uit te zuigen en te wassen. Alweer de eerste voorbereiding voor ons vertrek uit Zuid-Afrika. ’s Avonds steekt de wind weer de kop op. Het weer is heel veranderlijk in Kaapstad en het kan enorm waaien, vandaar ook de (bij-)naam Cape of Storms.
’s Avonds zitten we lekker op de bank, wanneer Alphons via Skype wordt gebeld door Anne Bas. Hij zit bij de jaarvergadering van de Junior Kamer Twente en Alphons kan er op deze manier ook even bij zijn. Wat leuk! Ondertussen werk ik wat aan het blog en ontvangen we een email van Rinie en Leo met allemaal eboeken voor kinderen. Blij mee! Pepijn zoeft door de boeken en het eind van de voorraad komt rap in zicht. Nu hebben we er weer een heleboel boeken bij en ook precies degene die hij leuk vindt. Top!!
Woensdag 16 september – Laatste dagje en terugblik op de reis door Zuid Afrika
Na het kappersbezoek van de jongens, ben ik vandaag aan de beurt. Als vrouw zijnde, sta ik niet te springen om naar een onbekende kapper te gaan, volgens mij een zeer algemene ‘aandoening’. Hoe dan ook; na wat onderzoek gedaan te hebben, is de kapper gevonden en de afspraak gemaakt. En ja, ik wil ook zeker iets vlotters dan ik had, dus kom maar door. Met de stand van de Zuid-Afrikaanse Rand kun je hier in principe de meest luxueuze kapper bezoeken tegen het tarief dat je in Nederland kwijt bent bij elke willekeurige kapper. Een inkopper dus. Een uurtje later kom ik, helemaal in mijn nopjes, uit de kapperszaak. Check!
Ondertussen houdt Pepijn thuis via skype zijn presentatie voor de klas en praat hij daarna met zijn klasgenoten. Het gaat heel goed en hij geniet ervan om de klas weer te zien. Top. Ook hier in de klas wordt de reis gevolgd. De dag ervoor hadden Jits en David in de klas foto’s van Zuid Afrika laten zien en wat Afrikaanse woorden verteld, zodat de klas er al iets over wist. Leuk hoor, die betrokkenheid.
’s Middags loop ik nog even een rondje door de kleurrijke wijk om wat foto’s te nemen. De eigenaar van een van de buurtwinkels ziet me met een camera rondlopen en roept dat hij ook graag op de foto wil. Lopend door de wijk heb je gaaf uitzicht op de Tafelberg enerzijds en de haven (letterlijk) anderzijds.
Ondertussen rond Alphons het inpakken af. Fons is onze Chef Inpakken en weet het altijd weer voor elkaar te krijgen om de koffers onder het toegestane gewicht in te pakken. Top! We zijn nog steeds erg blij met het systeem om alles op te bergen in afzonderlijke tasjes (pp een kledingtas, een EHBO tas, schooltassen voor de jongens etc.). Lekker overzichtelijk.
Wanneer hij klaar is, gaan we borrelen op het balkon. We hebben het met zijn vijven over onze reis door Zuid-Afrika en hoe iedereen het heeft ervaren, de tops en flops (voor zover die er waren) en concluderen dat we hier zeker nog een keer terug willen komen. In de afgelopen acht weken heeft Zuid Afrika een dierbaar plekje in ons hart gekregen. De vraag wat nou het leukst was, is moeilijk te beantwoorden. We hebben zo ontzettend veel indrukken en nieuwe ervaringen opgedaan, die stuk voor stuk uniek waren. Aan het begin van de reis waren er de imposante Drakensbergen. Daarna de safari’s waarbij we het als heel bijzonder hebben ervaren om in de natuurlijke leefomgeving van de dieren te kunnen zijn. We hebben zelfs letterlijk oog in oog gestaan met dieren die we soms niet eens kenden (wilde beest, spugende cobra bijv.) of in aantallen die we niet voor mogelijk hadden gehouden, zoals de ca. 60 olifanten waar één mega groot exemplaar tussen liep. En dan de natuur; deze is waanzinnig mooi en divers. Waar we ook waren, we waren vrijwel altijd onder de indruk; de prachtige kusten bij Hermanus, de mooie parken bij Isimangiliso, de ruige bergen van het Ceresgebergte, of de droogte van de Karroo; we hebben geprobeerd zoveel mogelijk op beeld vast te leggen maar vaak was het onmogelijk en ligt het nu vooral op ons netvlies en in ons geheugen.
We kregen steeds meer inzicht in de taal: het Afrikaans en wat zinnetjes Zulu en Xhosa. De clicks van de laatste twee zullen ons altijd bijblijven. De jongens kunnen inmiddels een paar clicks, maar ik blijf er mijn tong over breken. Wat we vanuit het Zulu ook heel leuk vinden, zijn bijvoorbeeld de twee manieren om elkaar gedag te zeggen. De thuisblijver zegt zoiets als: “Dag, ga wel” en de vertrekker zegt iets als: “Dag blijf wel”.
Ook de cultuur begint voor ons steeds meer te leven; het rijden door diverse gebieden, bezoek aan het Zulu dorp, de Township, het verblijven in de huizen van particulieren, aangevuld met wat we zien in de musea/ monumenten/ huizen in Koloniale stijl ed, maar ook Robbeneiland. Dit alles wordt aangevuld tijdens de diverse gesprekken met de lokale mensen die ons uitnodigden voor de borrel, braai, het proeven van de zelf gemaakte biltong of gewoon voor een praatje. We voelden ons erg welkom en hartelijk ontvangen.
Het eerste beeld van krottenwijken, onveiligheid, enorme hoeveelheden zwerfvuil, vele lifters en parkeerwachten die allemaal een paar rand willen voor werk dat voor ons nogal overbodig is, verandert gedurende de reis. Het is er nog wel, maar minder. Daar achter zien we steeds duidelijker het beeld van individueel ondernemerschap, groeiend milieubewust zijn (al is dat met name in het zuid westen), hoop voor de toekomst en heel veel hartelijkheid. Als je op straat een willekeurig iemand aanspreekt of gedag zegt, komt er altijd een glimlach en vriendelijk woord. En de keren dat volslagen vreemde volwassenen de kinderen een high five aanbieden; ontelbaar! Hierbij wordt Aafje overigens vaak als jongen aangesproken “He boy, high five!” Het blijken het korte haar te zijn en de pet waar ze erg aan is gehecht.
Wat het eten betreft hebben we veel dingen geproeft die nog niet ieder van ons eerder had gegeten: potjekos, biltong (beef, kudu, springbok, struisvogel), struisvogel (biefstuk, salami, omelet), zee egel, paw paw, angle fish, calamarie (tubes, heads, kleintjes), verschillende fruitsoorten waar we de naam niet van weten, squash (soort courgette), oesters, red velvet cake, brisks etc. En dan vergeten we ongetwijfeld nog dingen. Zoals toast; zelf hebben we geen broodrooster, maar hier staat die er, zoals bij de Britten ook vaak het geval is, en de kinderen vinden het heerlijk!
Het reizen gaat erg goed. De dirt roads met vele potholes waren een ervaring op zich en de auto (en Alphons) wist er prima mee om te gaan. Er wordt helemaal niet agressief gereden, geen bumperklevers of toeteraars; heerlijk. Bij tweebaanswegen wordt vaak met één wiel over de bermstreep gereden, zodat het verkeer er achter makkelijk kan inhalen. Het links rijden wende snel. Onderweg komen we verkeersborden tegen die we niet kennen en ook borden met dieren: Pas op, hier zijn baboons/ zebra’s/ mestkevers/ springbokken ea hert-achtige/ schildpadden/ krokodillen/ struisvogels/ olifanten/ nijlpaarden/ neushoorns etc. Voor zover we meekrijgen zijn de verkeersregels in grote lijn hetzelfde als in Nederland. Uitzondering is de voorrangregel bij kruispunten; wie het eerst komt, het eerst maalt. Het eerste deel van de reis hebben we overigens ca. 2400 km gereden, het tweede deel 2600km.
De kinderen gedijen heel goed bij het reizen. Onderweg vermaken ze zich met lezen (Duck pockets blijven leuk), luisterboeken, liedjes en spelletjes. Ook tijdens de vliegdagen gaat het heel goed, zowel op het vliegveld als in de lucht. Helaas blijkt Pepijn niet helemaal bestand te zijn tegen lange vluchten (in combi met weinig slaap en weinig eten tijdens de vlucht) en moet hij tot twee keer toe spugen. Door het spelen van het kaartspel Monopoly deal, waar alles in miljoenen gaat, begint Aafjes gevoel voor getallen overigens wel een beetje scheef te lopen. “Die nieuwe broek, hoeveel miljoen kost die?” Anderzijds herkent ze inmiddels de getallen 1/10 en heeft ze al spelenderwijs in de smiezen gekregen wat de relatie van het ene getal t.o.v. het andere getal is (1 t/m 20). Wanneer het rijden haar te lang duurt, gaat ze tellen (tot we er zijn) en met een beetje hulp tot 100.
De jongens zijn goed op dreef met het schoolwerk en doen dat ook vaak zonder veel morren. Daarnaast beginnen ze zich steeds vrijer te voelen om Engels te praten en groeit het aantal woorden dat ze herkennen. Wanneer we Engels met iemand praten, komt Pepijn er al gauw bij staan om er ook wat van op te pikken (een beetje nieuwsgierigheid kan zijn voordeel hebben). Floris voelt zich heel vrij om in het Nederlands vragen te stellen aan gidsen en rangers en vraagt net zo lang door tot hij een antwoord, van hen of ons, heeft dat hij begrijpt.
Tot zover onze ervaringen in een notendop. Terwijl we nog graag wat langer in dit fijne huis in Kaapstad zouden blijven, zit het er nu dan toch echt op. We schrijven nog een briefje voor Anna, de PhD student van wie dit huis is. Om haar te bedanken voor het fijne verblijf laten we Jut en Jul voor haar achter; onze reis-knutsels van het strand. We eten pannenkoeken met een kliekje van gisteren en gaan op tijd naar bed. Nog een paar uur en dan gaan we de lucht in, op naar Sydney!
Francien 21 september 2015
Inmiddels zijn jullie al in Australie las ik. We wensen jullie ook hier een prachtige tijd toe met veel mooie ervaringen. Liefs uit Delden. HP, Francien, Sietse en Jetske en een poot van Boef(je)
Yvonne 1 oktober 2015
Geweldig leuk om jullie avonturen te volgen en wat fijn dat jullie zoveel bijzondere ervaringen en ontmoetingen hebben gehad in Zuid-Afrika! Wij zijn ook fan van dit veelzijdige land sinds onze eerste reis afgelopen juli/augustus. Ik (Yvonne) heb in de Drakensbergen nog een bezoek gebracht aan een Zulu-nederzetting in de buurt van ons huis, wat echt een ervaring was… leuk om erachter te komen dat alles wat ze ons in het cultural village hadden verteld ook zo bleek te zijn en inderdaad toen ik weg ging werd mij luid “go well” toegeroepen. Super om te lezen dat het reizen de kids zo goed afgaat en wat hebben ze er nu al veel van opgestoken, dit gaat ze hun leven lang bijblijven. Leuk om hun berichtjes te lezen voor de klas.Veel plezier in Australië, geniet van het reizen en elkaar, ik kom af en toe wel weer even langslezen. :).