Zaterdag 24 oktober
Vannacht nog kouder! Het blijft wennen dat het weer in dit deel van Australië alle kanten op blijft gaan. We staan op tijd op om weer verder te trekken. Maar we vertrekken niet voordat we de pannenkoeken hebben geproefd die in de Campingkeuken worden klaargemaakt door de eigenaars ten behoeve van de gehele camping. Elke zaterdag gebeurt dat en dus net mazzel! De kinderen spelen nog even snel op het luchtkussen en op/in de andere speeltoestellen en dan gaan we op pad.
We verlaten de kust en rijden min of meer pal naar het Noorden, naar de Grampians. Het is een mooie, zonnige dag en de route is fraai. Langzaamaan worden de Grampians zichtbaar, rotsachtige formaties min of meer midden in het platteland met een soort golfachtige vormen. Na een uurtje rijden zijn we in Dunkeld, dat direct ten zuiden van de Grampians ligt waar we tanken en nog wat inkopen doen.
Onze bestemming in de Grampians is Halls Gap, min of meer in het midden van het natuurpark en een klein uurtje rijden vanaf Dunkeld. De route is prachtig en we genieten van de bergen en andere rotsformaties. We zijn niet de enige die het koud hebben gehad vannacht; onderweg komen we hagedissen tegen op de weg en ook een bruine slang, die zich op het inmiddels warme asfalt proberen op te warmen.
Eenmaal in Halls Gap stoppen we bij het Brambuk cultureel centrum. Het idee was om hier te lunchen aangezien je hier een echte Bush Tucker lunch kunt bestellen, dwz een proeverij van allemaal traditioneel Aboriginal eten. Echter, het blijkt dat we dat hadden moeten bestellen, dus dat komt een andere keer. Het cultureel centrum biedt veel informatie over de Aboriginals uit deze omgeving (Gariwerd, zoals de Aboriginals de Grampians noemen) en uiteraard de nare tijden sinds de Europeanen het land zich toe eigenden. Wat dat betreft is ook in Australië (net zoals in Zuid Afrika) daar pas recent verandering in gekomen.
We worden ontvangen door een vriendelijke Aboriginal die ons uitlegt wat er allemaal gedaan kan worden. De kinderen gaan aan de slag met het beschilderen van een Boemerang en we krijgen uitleg hoe die gegooid moet worden. We krijgen ook uitleg over de symbolen die de Aboriginals gebruikten om hun verhalen, gedachten etc. vast te leggen in bijvoorbeeld een schilderij. De kinderen passen het meteen toe in het beschilderen van hun boemerangs.
We lunchen in de camper en rijden daarna de kleine 2km naar onze camping, Halls Gap Lakeside Tourist park. De camping ligt aan een het einde van een stuwmeer (de dam mag niet breken!) en heeft Nederlandse eigenaars (zal dan wel goed komen met die dam?!). Het is een mooie, sfeervolle camping en het is behoorlijk druk; er blijken veel Australiërs te zitten die even voor het weekend naar de Grampians komen. Bij de receptie liggen ook spelletjes en boeken die je kunt lenen of ruilen en is er een winkeltje met wat basis etenswaar en snuisterijen.
Vanaf de camping heb je heel mooi uitzicht naar de bergen die aan weerszijden het stuwmeer inklemmen. Het is nog steeds heerlijk weer en nadat we alles verkend hebben duiken we het zwembadje in. Het is inmiddels standaard procedure dat de kinderen uitzoeken waar de toiletten zijn, waar je kunt spelen, etc. terwijl wij de camper op z’n plek zetten. Het zwembad is zowaar verwarmd door een kachel ! Aafje krijgt opeens de smaak te pakken in het water en durft helemaal alleen te ‘zwemmen’.
Er blijkt nog een Nederlands gezin op de camping te staan en de kinderen zijn al snel met elkaar aan het spelen. Naast de camping is een groot grasveld waar we ’s avonds de boemerangs op uitproberen; dat gaat behoorlijk goed! Het grasveld blijkt bovendien de keuken te zijn van een enorme kangoeroe familie, want tegen de schemering verschijnen er wel 30-40 kangoeroes die heerlijk komen grazen.
Zondag 25 oktober
Vandaag gaan we op tijd met de camper op pad om naar verschillende uitzichtpunten te gaan. Als eerste gaan we naar de Mackenzie Falls. In januari 2014 heeft een brand (veroorzaakt door een enorme onweersbui) flink huisgehouden in het Noordelijke deel van de Grampians en is hierbij ook bij de Mackenzie Falls gekomen. Hoewel de schade nog is te zien, is er inmiddels ook alweer een heleboel nieuwe vegetatie. De meeste begroeiing hier is ook redelijk bestand tegen branden (of heeft het zelfs af en toe nodig) omdat het nu eenmaal onderdeel is van de natuurlijke habitat in deze omgeving.
Te voet gaan we tot onderaan de waterval; ondanks de droogte is er toch een behoorlijke waterval. We wandelen wat rond en spelen met het water en gaan daarna terug naar de camper. Dit is nog een behoorlijke klim, alhoewel het pad zelf uitstekend begaanbaar is. Vervolgens rijden we naar Reids Lookout en de zogenaamde Balconies; dit biedt een bijzonder mooi uitzicht over de centrale Grampians. Vanaf de parkeerplaats lopen we naar de ‘Balconies’ ook langs een rotsplateau waarop allemaal stenen op elkaar gestapeld liggen in groepjes. Een herdenkingsplaats. Op de terugweg vlak voordat we bij de camper zijn, kruist een bruine slang (Eastern Brown Snake) ons pad, de op één giftigste slang ter wereld (de giftigste is de Inland Taipan); hij is behoorlijk bang voor ons want als we iets dichterbij komen om hem iets beter te bekijken, schiet hij snel weg en verliezen we hem uit het oog.
We vervolgen onze rit naar de Baroka lookout, van waaruit je een mooi zicht hebt op het stuwmeer waar onze camping bij ligt, alsook de vlaktes rondom de Grampians. Je kijkt als het ware vanaf de grens van de Grampians de vlakte in. In die vlaktes zien we meer meren die dienen als watervoorraad voor de regio. Ook zien we de zogenaamde Black ranges, een heuvelrug net iets buiten de Grampians zelf.
Begin van de middag zijn we terug op de camping; het is een erg warme dag (30 graden) en een ijsje gaat er goed in. Halverwege de middag trekt er een buitje over en horen we wat gerommel; het zorgt voor verkoeling en de kinderen doen schoolwerk.
Maandag 26 oktober
De dag begint met een betrokken lucht. We staan vroeg op, eten een boterham uit het vuistje en gaan dan op pad om naar de Pinnacle te wandelen. Het is een prachtige wandeling van vooral klimmen en klauteren over rotsen. Af en toe een vlaag motregen maakt dat we blij zijn met de fleece vesten en jassen. Het zorgt er echter ook voor dat het heel lekker fris ruikt en dat de kleuren van de stenen mooi naar voren komen. In verband met de motregen en laaghangende bewolking hadden we de fotocamera in de camper gelaten. Tijdens de wandeling blijkt dat toch wel een beetje jammer. Op de rotsen zien we mossen die mooie, bloemvormige vormen aannemen, bloemen in allerlei kleuren en een paar kleurrijke vogeltjes die we nog niet eerder hadden gezien. We proberen alles zo goed mogelijk vast te leggen met de telefoon. De wandeling gaat verder door een kloof en stijgt behoorlijk snel. Het miezert en waait, maar iedereen houdt goed vol en ondanks het weer, blijft het indrukwekkend.
Gelukkig hebben we onze ‘doggy bag’ met muffins bij ons! De mevrouw van de tearoom had ze in plastic bakjes mee naar huis gegeven, welke nu tevoorschijn komen uit de rugzak. En zo zitten we vlakbij de top ‘koffie te drinken’ (water met muffins). Grappig hoe sommige uitdrukkingen meer voor een ritueel staan en niet meer letterlijk weergeven wat er gedaan wordt. Zoals koffiedrinken zonder koffie of borrelen met een glas fris. Om eerlijk te zijn betekent het bij ons vooral dat er iets lekkers bij gegeten wordt, hetzij een koekje / taartjes, hetzij een toastje / chipjes. Wat dat betreft houden we allemaal wel van lekkers….
Rond een uur of 12 zijn we terug bij de camper. We gaan terug richting de camping en komen daarbij weer langs het Cultureel centrum. Gisterochtend had Annemarit gebeld of we die dag de Bush Tucker lunch konden eten, maar dat kon niet op zo’n korte termijn; dat vonden we wat raar, maar toen heeft Annemarit besteld voor vandaag. Dus staan we rond 12:30u bij de lunchroom; nu hangt er een briefje: lunchroom gesloten. Het zal toch niet waar zijn! Ja hoor, 3x is scheepsrecht gaat niet op. Degene die de lunchroom beheert is ziek vandaag. Het gaat dus weer niet door, een behoorlijke teleurstelling met name voor de kinderen die hier nu echt wel naar uitgekeken hadden. De mevrouw achter de informatiebalie is heel begripvol maar kan er natuurlijk ook weinig aan doen. Als ‘troost’ biedt ze ons diverse scones aan, die gevuld zijn met diverse zaden die de Aboriginals ook altijd aten en een bushtucker jam. Op het terras eten we die lekker op.
Vervolgens gaan we naar het cultureel centrum waar we de 2 films bekijken die ze daar hebben. Een gaat over de ‘Dreamtime’, de tijd waarin de aarde en alles op de aarde gecreëerd is, zoals de Aboriginals dat geloven. Deze gaat specifiek over het ontstaan van de Grampians. Bunjil, degene die alles gecreëerd heeft, speelt een rol en daarnaast een reuze-emu, de gebroeders Bram Bram Buk, een bange Aboriginal die wordt veranderd in een possum en enkele andere dieren. Het verhaal biedt een mooie inkijk in het leven van Aboriginals en de sterke verbintenis met de natuur. De 2e film van ongeveer 15 minuten ging over het ontstaan van de Grampians. Miljoenen jaren geleden was het nog zee, totdat er een stuk land tegen Australië (toen nog Gondwana en verbonden met Zuid-Afrika en Antarctica) aanbotste, waardoor het stuk land bij de Grampians omhoog werd geduwd. Erosie deed daarna zijn werk om de huidige Grampians te vormen.
Inmiddels is het weer wat beter geworden en rijden we terug naar de camping. Er wordt lekker gespeeld in de speeltuin. ’s Avonds skypet Floris met zijn klas. De verbinding is heel slecht. Hij leest het stukje voor dat hij over Morse code heeft geschreven en daarna stoppen we.
Dinsdag 27 oktober – Rustdag en Bushtucker tasting Brambuk
Heerlijk, we slapen een dagje uit! We worden rond 8.30uur wakker van de kinderen die een tentje bouwen in hun slaapcompartiment. Ze zingen er een zelfbedacht liedje bij, wat heel leuk klinkt. Dat is fijn wakker worden! Vandaag blijven we op de camping. We zetten het tafeltje en de stoelen in de zon om te ontbijten en krijgen al snel gezelschap van de gele kakatoes die hier in grote getalen vliegen. De verse keutels voor de camper laten zien dat de kangoeroes vannacht van het gras voor onze deur hebben gegeten.
Na het eten gaat Aafje kleien met de klei die we van de camping hebben kunnen lenen. We hebben met de jongens afgesproken dat ze vandaag eerst schoolwerk doen, zodat ze daarna de hele dag kunnen spelen. Floris doet rekenwerk en Pepijn werkt binnen aan natuur. Zodra ze klaar zijn, is Aafje ook klaar met haar museum (vol klei kunst), zoals ze het noemt, en worden we allemaal gevraagd om haar kunsten te bewonderen.
Bij de receptie staat een enorm espresso apparaat en dus gaan we met voorverwarmde koppen die kant op om een echte koffie en cappuccino te halen, zodat we vandaag ook daadwerkelijk koffie drinken als we gaan ‘koffie-drinken’ (en geen thee of water wat we bij gebrek aan koffiezetapparaat tegenwoordig doen). Het smaakt goed!
Rond 12.15uur vertrekken we naar Brambuk, het cultureel centrum, voor de Bushtucker tasting. Vier keer is scheepsrecht hier in het binnenland! Pepijn vertelt in onderstaand filmpje wat we allemaal proeven. (Mocht het filmpje niet werken; gerookte kangoeroe, een gebraden emu worstje en gekookte krokodil, chutney van bush tomatoes, jam, cream met wattleseed, en scones met wattleseed). Binnen staan nog wat kruiden die we ook proeven, zoals gemalen ‘strawberry gum’ en gemalen ‘lemon myrtle’. Een hele belevenis en we zijn er allemaal over eens dat kangoeroe onze favoriet is, het emu worstje ook heel lekker evenals de chutney. Over het krokodillenvlees zijn de meningen verdeeld. Het is wat taaiig, lijkt een beetje op kipfilet en wordt vooral lekker door de chutney. Toch grappig, om een dier te eten dat boven aan de voedstelketen staat. Vandaag even niet, zullen we maar zeggen ;-). Na de tasting kopen we nog wat gemalen strawberry gum en lemon mytle om thuis iets lekkers van te kunnen maken.
Bij het watertje naast het terras waar we de tasting doen, zien we ook nog een Red-bellied black snake (in het Nederlands simpelweg een Zwarte Adder, maar hij had wel een rode buik) wegkruipen onder een steen. Na de tasting gaan we nog wat oefenen met de Boemerang op het veldje naast het cultureel centrum. Even later komt ook een gids met een hele groep schoolkinderen naar buiten en we kijken even ‘mee’ zodra de gids uitlegt hoe het Boemerang werpen precies gaat.
Daarna weer terug naar de camping, lekker zwemmen en verder oefenen met Boemerang gooien op het veldje naast de camping; het is daar wel uitkijken, want tegen de avond krioelt het er weer met Kangoeroes en dit keer ook een stuk of 5 Reeën. In het zwembad ontmoeten we de moeder van een meisje Pippa met wie de kinderen sinds gisteren regelmatig hebben gespeeld. Ze is Nederlandse en blijkt sinds 2002 in Australië te wonen met een tussenperiode van 2 jaar (2011-2013) dat ze weer in Nederland hebben gewoond. Ze vertelt dat ze na 9 jaar Australië toch eigenlijk wel weer terug verlangde naar Nederland. Echter, eenmaal in Nederland lukte het niet te aarden; het was te druk, te hectisch; ze was toch gewend geraakt aan het rustigere leven in Australië. Uiteindelijk dus besloten weer terug te gaan naar Australië; dat moet toch wel een deceptie zijn geweest voor haar.
’s Avonds ontmoeten we op het veldje met de Kangoeroes een mevrouw die in 1953 op haar 2,5e naar Australië is gekomen. Zij is met haar man aan het rondtrekken door Australië nu ze gepensioneerd zijn (niet het eerste gepensioneerde stel dat we tegenkomen die dat doen) en zijn nu op weg naar de kinderen die in de buurt van Melbourne wonen. Ze vindt het leuk om wat Nederlands om haar heen te horen alhoewel ze het zelf nauwelijks meer kan spreken. Leuk ook om te zien dat de kinderen ook met Engels en Nederlands contact met hen zoeken. Je ziet ook dat de Australiërs dat heel erg waarderen en leuk vinden en dan komt er altijd goede respons op. De kinderen zie je ook echt groeien wat betreft hun Engels. Ook Aafje pikt behoorlijk wat mee en komt geregeld even vragen hoe ze dingen moet zeggen of vragen. Bijv. “Ik ga plassen, maar je hoeft niet mee hoor, ik kan het helemaal zelf. Hoe zeg je in het engels; Kunt u de kraan voor me open doen?”, of “Hoe kan ik vragen of dat kindje met me in de speeltuin wil spelen?” Ze komt gerust een paar keer terug om het opnieuw te vragen wanneer ze onderweg naar het kindje de zin deels is vergeten. Je ziet dat ze ook woorden oppikt door met kinderen te spelen en uit het (Engelse) werkschrift dat we in Zuid Afrika voor haar hadden gekocht. Dit laatste om de letters spelenderwijs te leren herkennen. Bij elke letter staat een paar opdrachtjes en een aantal plaatjes, waarvan de Engelse woorden allemaal met de desbetreffende letter beginnen. Voor A is dat bijv. apple, ambulance, astronaut, wat ook met de Nederlandse vertaling prima werkt. Natuurlijk zijn er ook veel plaatjes waarvan de Nederlandse vertaling niet met de desbetreffende letter begint. Daarom was het idee om alleen de plaatjes die in het Nederlands kloppen met de desbetreffende letter te omcirkelen. Voor de B worden dus de bus en blue wel omcirkelt, maar de butterfly niet. Door wel elke keer het Engelse woord te geven, is de vlinder inmiddels wel omcirkelt, want; “dat is een butterfly en dat begint ook met een b!”
Jan-willem 6 november 2015
Wauw wauw wauw. Wat een mooie reis en wat een mooie foto’s. Ik herken veel van de grampians, de campings en de mooie beklimmingen. Erg leuk om te lezen 🙂 Nog heel veel plezier!