Dinsdag 29 september – over de Waterfall Way naar Dorrigo NP
Komende nacht en wellicht die erna ook, overnachten we weer in een natuurpark. En dus doen we eerst wat boodschappen voor de komende dagen en gaan we weer daarna en route. Onderweg maken we een aantal stops bij watervallen, we rijden niet voor niets over de Waterfall Way. De eerste stop is bij Wollomombi. Een indrukwekkende kloof en naar onze beleving ook een indrukwekkende waterval. Hier spreken we een Australiër die ons vertelt dat de watervallen, als gevolg van weinig regenval, veel droger zijn dan in andere jaren het geval is. Toch wel benieuwd hoe dat er dan uitziet! De rivier onder de waterval ligt bijna droog. Er blijkt hier ook een bushcamping te zijn; je kunt hier dus kamperen, maar er zijn geen faciliteiten.
De volgende stop is bij New England NP, waar we een wijds uitzicht hebben over een heleboel heuvels/ bergen genaamd The New England Tableland. Leuke, kleine wandeling van 20minuten. Uitkijkend over zo’n groot gebied dat overal dezelfde beplanting heeft, doet bij ons de vraag rijzen hoe men ooit de namen heeft gegeven aan de bergen en hoe men vanaf de grond zijn weg wist te vinden. We zien vanaf hier geen rivieren en aan de vorm onderscheiden de heuvels zich ook niet heel erg. Uitzicht is indrukwekkend; leuk zijn ook de informatieborden met daarop uitgelegd hoe de verschillende formaties ontstaan zijn. Ooit was dit een vulkanisch gebied en als je goed kijkt, kun je de oude krater nog zien tussen de vele andere bergen en inmiddels bedekt door een dik regenwoud.
Tot slot nemen we een kijkje bij de Ebor Falls. Deze bestaat uit twee watervallen, de ‘lower’ en de ‘upper’. Duidelijk is te zien dat het water over basaltstenen naar beneden komt en dat tussen de lower en de upper watervallen een zandsteenlaag is gevormd, wat weer duidt op het feit dat de oude vulkaan die we in New England NP zagen, meerdere keren, enorme hoeveelheden lava heeft uitgestoten. Het riviertje dat hier stroomt, gaat precies over de breuklijn heen die zich hier in de aardkorst bevindt en waarlangs allerlei vulkanen ruim 20 miljoen jaar geleden actief waren.
Rond een uur of vijf arriveren we bij camping Dangar Falls in Dorrigo. Het is een soort boerencamping met prachtig uitzicht. We hadden over deze camping gelezen in het blog van de familie Kuipers (dank je wel Isabelle & Erwin, ook voor de Waterfall way!). Grappig idee om hier nu ook te staan. De insteek op de camping is heel relaxt; zoek maar een plekje uit op het veldje. Wil je elektriciteit? Dan moet je in de buurt van het ene elektriciteitspunt gaan staan en kijken of er nog een aansluiting beschikbaar is. De eigenaar komt een uurtje later in zijn auto zijn inkomsten (pensioen?) innen. “The view is for free, as are the kids. I don’t penalize people for having kids.” Er zijn twee toiletten en een douche die misschien wel, misschien niet worden schoongemaakt. Wat ons betreft het enige minpuntje van een dergelijke camping.
Vlak nadat wij zijn aangekomen, komen er nog een aantal kampeerders. De auto wordt neergezet, er wordt een vuurtje gemaakt (first things first) en daarna wordt gekeken hoe de caravan/ vouwwagen/ tent wordt geplaatst. Als alles is gebeurd, brandt het vuurtje inmiddels goed en gaan ze er omheen zitten, al dan niet om er op te koken. Heel relaxt.
Terwijl Floris en Aafje helpen met voorbereiden van de wraps, lopen Pepijn en Alphons naar de laatste waterval van vandaag, je raadt het: de Dangar falls. Een leuke korte wandeling waarbij je helemaal onderaan de waterval uitkomt en een fraai uitzicht hebt. De wraps met rauwkost en garnalen vallen in de smaak, evenals het toetje dat Aafje in de winkel had uitgezocht. Floris maakt al snel contact met wat Australische kinderen op de camping (het is hier schoolvakantie deze en vorige week); ze spelen oa. tikkertje. Een top dagje met indrukwekkende natuur én gezelligheid.
Woensdag 30 september – Dorrigo National Park en Bellingen
De dag begint weer met een zonnetje; mooi zo! Heerlijk, we kunnen weer lekker buiten ontbijten. De kinderen spelen met de vriendjes op de camping, klimmen in de bomen en vermaken zich erg goed. De moeder van een vriendje komt naar ons toe met een pot marmite; of we een echte Australische ontbijt-ervaring willen? Ha ha! Ze geeft wat tips over bezienswaardigheden in en rond Brisbane. N.a.v. onze Nederlandse afkomst, vertelt ze dat ze rond 2003 in The City in Londen werkte. Wat een toeval, wellicht dat we elkaar daar ooit onbewust zijn tegengekomen.
We rijden naar Dorrigo NP waar een heel mooi bezoekerscentrum is; veel platen en informatie over de dieren die in het regenwoud te zien zijn. De kinderen vinden hier al snel een documentaire en zitten aan het scherm gekluisterd. Wanneer Alphons ziet dat er een oplaadpunt is, gaan hij snel de oplader voor de camera halen. We zijn vergeten om de reserve accu van de camera op te laden en uitgerekend vlak voor het park blijkt de andere accu ook op te zijn. De dame van het bezoekerscentrum is zo vriendelijk om de accu voor ons op te laden tijdens onze wandeling. Hoewel we dus tijdens de wandeling alleen de telefoon hebben om foto’s te maken, hebben we een volle accu in het vooruitzicht waar we erg blij mee zijn. Er is zo veel moois te zien hier, en we vinden het fotograferen ervan toch wel erg leuk.
De wandeling begint met een ‘Skywalk’; een soort steiger van ca. 200meter die uitsteekt boven de rotsen en uitzicht biedt over de voorliggende bergen. Daarna volgt de wandeling van ruim 6km door regenwoud. Erg mooi en indrukwekkend. We zien veel vogels en horen er nog veel meer, wat een geluiden! Met name de whip bird met zijn typische geluid. Het mannetje maakt een toon die aanzwelt in volume en daarna een geluid maakt als van een zweepslag. Dit wordt dan vaak direct gevolgd door een ‘fiet fiet’ van het vrouwtje. We hadden deze vogel al eerder gehoord, maar wisten toen nog niet hoe hij heette of eruit zag.
Wat overigens ook opvalt is de lengte van de bomen. Vele bomen zijn 30 – 40 meter hoog, wat een heel andere beleving geeft dan bomen die we uit Europa kennen. Ook zijn er veel bomen met lianen, bomen waar andere planten volledig op parasiteren en bomen die extra wortels creëren vanuit de takken, om extra stevigheid te krijgen .
Ook zien we andere dieren zoals de brush turkey (waarom geen ‘bush’ turkey??), salamanders en een forse ‘land mullet’ (lijkt op een varaan). De laatste bevindt zich slechts twee meter van ons vandaan wanneer we stil staan om iets te bekijken. “Hé wat is dat?” vraagt Aafje heel rustig. We bekijken hem op het gemak en hij ons, waarna Alphons er met een stok in de hand langzaam langs loopt en hij wegschiet.
Ook zien we een flinke hagedis (ca. 80+cm lang en een staart die dikker is dan een grote mannenvuist) die de boom is ingeklommen op weg naar een nest met eieren van een zwart-witte vogel, waar we de naam niet van weten. Deze verdedigt haar nest met vleugel en snavel en allerlei andere inventieve manieren. Zo zien we haar bijvoorbeeld een takje afbreken en naar beneden ‘gooien’. Helaas voor haar blijft de hagedis stug zitten en komt hij beetje bij beetje toch steeds dichterbij. Helaas hebben wij minder geduld dan de hagedis. We wachten dan ook niet op het einde van deze strijd, maar vinden het wel heel bijzonder om zo de natuur mee te maken.
Na een uur lopen we langs twee watervallen. Bij een van deze watervallen kun je achterlangs lopen, waar we voor de grap net doen alsof we de haren er onder staan te wassen. Het is erg gezellig zo met zijn vijfjes. Floris weet in een gat achter de waterval ook nog een vleermuisje te spotten voor we weer verder gaan. Tussen alle lianen vinden we onderweg eentje die door de kinderen nog even uitgetest wordt als mega schommel.
Na twee en een half uur lopen zijn we weer terug bij het bezoekerscentrum. Voor we het weten zitten de kinderen weer bij de documentaire. We besluiten op het terras te genieten van een typisch Australische sandwich. Qua ingrediënten zijn ze vaak niet eens zo anders dan hoe je ze in Nederland kunt bestellen, maar ze smaken extra lekker. Wellicht door de dikke plakken brood die hiervoor geroosterd worden en de lekkere bacon? Hoe dan ook, het is weer smullen. Na het kopen van een paar postkaarten en het ophalen van de accu van de fotocamera, stappen we weer op. Het was weer een mooie wandeling, door indrukwekkende natuur met idem dieren en geluiden.
We rijden vervolgens naar Bellingen, waar in de Lonely Planet erg positief over wordt geschreven. Een stadje dat overdag echter niet veel voorstelt wat ons betreft, maar we kunnen ons voorstellen dat backpackers zich er ’s avonds prima kunnen vermaken op de vele terrasjes, in de café’s en restaurantjes. Daarna rijden we iets verder door tot praktisch aan de kust, waar we neerstrijken op een camping aan de Bellinger River. De plek is erg mooi, de prijs is abnormaal hoog; mental note: voortaan toch ook nog even doorvragen naar de prijs… Klein baalmomentje, zeker wanneer je vervolgens ziet dat de droger kapot is, de wasmachine oud en wifi ontbreekt etc.
We hebben wel een mooi plekje aan de rivier en besluiten daar maar goed van te genieten. Floris wil graag vissen en is verrast om te zien dat de buurman met hengel aan de kant van het water zit. Hij gaat er bij staan en raapt uiteindelijk de moed bijeen om de buurman om een lijn en een haak te vragen. Helemaal alleen en in het Engels; top gedaan en dapper Floris! Helaas blijkt de buurman dat niet in de goede formaten te hebben. Wel komt hij terug met een balspel (tennisbal en twee ‘klittenband bordjes’), dat Floris uiteindelijk zelfs mag houden.
Pepijn en Aafje hebben ondertussen alweer vriendjes gemaakt in het kleine speeltuintje; het zijn 2 Australische kinderen die samen met hun ouders op rondreis door hun eigen land zijn. Ze komen uit Tasmanië en zijn helemaal naar Darwin gereden en rijden nu via de Oostkust weer terug. Totaal zijn ze 9 weken op pad. We maken even een gezellig praatje met ze. Hun oudste zit net in het equivalent van groep 3 bij ons en hun jongste gaat in januari naar onze groep 1. Ook zij houden van vissen en al snel zitten de kinderen bij hen naar het water te staren of er al wat gevangen is. Met moeite kunnen we de kinderen overhalen om te komen eten. Daarna gaan ze snel weer terug om gewapend met zaklamp verder te vissen. We zien nog een grote aal van ca. 80cm, maar daarna is het helaas toch wel bedtijd.
Donderdag 1 oktober – lange rit naar Mt Warning national park
Om 7.00uur staat Floris naast zijn bed. De ouders van de nieuwe vriendjes hadden gezegd dat hij vanochtend weer mocht komen vissen en dat zij al om 6.00uur wakker zijn. Dus… geen tijd meer te verspillen in bed; aankleden en gaan! Rond 8.15uur zitten we weer met een schaaltje muesli in de zon en worden de verrichtingen tijdens het vissen besproken; de aal is weer gespot en er zijn wat vissen gevangen. Pepijn pakt na het eten zijn taakje weer op om de watertank van de camper te vullen. Alle spulletjes worden weer ingepakt en we zijn klaar om verder te gaan. Met een grote glimlach komt Floris de rol draad, haakjes en loodjes laten zien die hij van de vader van zijn vriendje heeft gekregen. Wauw! We hadden hem beloofd een hengeltje te kopen wanneer we in Nieuw Zeeland zouden zijn aangekomen, maar nu kan hij ook hier al vissen. Top! De kinderen wisselen adressen uit om elkaar een kaartje te kunnen sturen. Leuk dat we deze mensen ontmoet hebben.
Er staat een lange rit op het programma vandaag; het aankomende weekend willen we in Brisbane zijn en nu zijn we er nog ruim 400km van verwijderd. Vandaag willen we dan ook een flinke slag slaan en in het Noorden van de staat New South Wales terecht komen, zodat de laatste rit naar Brisbane relatief kort is. Tot nu toe hebben we vrijwel alle ritten beperkt tot maximaal 100-150km per dag; vandaag doen we er 300km. Het is niet de favoriete bezigheid van de kinderen, maar ze vermaken zich prima.
In plaats van alleen maar de snelweg langs de kust te nemen, besluiten we bij Grafton de Summerland Way te pakken richting Casino (dat belooft wat…). In Grafton nog een kort spannend momentje als we onder een brug door moeten die ‘slechts’ 3.50m hoog is en bovendien een boogbrug is; allerlei gedachten gaan in razend tempo door je hoofd: “is die 3.50m gemeten op het hoogste punt of laagste punt van de boog???”, “is het inclusief de betonnen laag of zonder???”, etc. Onze camper is 3.30m, dus het zou geen enkel probleem moeten zijn. We rijden er rustig onderdoor en uiteraard geen probleem!
De weg naar Casino is redelijk saai en gaat door dichte bossen zodat we weinig vergezichten hebben (wat zijn we verwend!). Na Casino wordt het bergachtiger en genieten we weer enorm van de uitzichten. In Kyogle stoppen we even om wat boodschappen te doen; dat hadden we beter niet kunnen doen… Alphons parkeert de camper vrij strak langs de stoep omdat het parkeervak aan de doorgaande weg ligt en de camper vrij breed is. Wat hij zich niet realiseert is dat de weg een beetje schuin afloopt naar de stoep en dat er een stalen vuilnisbak dicht op de stoep is geplaatst aan de zijkant van de camper. Bij het wegrijden horen we dan ook een hard metalen geluid… door het de weg opdraaien zwenkt de achterkant over de stoep heen en de stalen vuilnisbak boort zich in de zijkant van de camper. Balen! Een vriendelijke voorbijganger helpt ons met het zorgvuldig terugdraaien en eruit manoeuvreren, zodat de schade niet nog groter wordt.
Na Kyogle rijden we de Kyogle road richting Murwillumbah; een prachtige weg, wel behoorlijk slinger-de-slanger, maar met mooie uitzichten op ons doel van vandaag: Mt Warning. Dit is feitelijk het oude midden van een enorme vulkaan die 20miljoen jaar geleden actief was, in dezelfde tijd als de vulkaan die we eerder tegenkwamen in Dorrigo/New England National park. We bevinden ons in een voormalige caldera. De naam Mt Warning komt van James Cook zelf, die op zijn reis in 1770 langs de Oostkust van Australië dit punt gebruikte om te waarschuwen voor gevaarlijke kliffen en riffen voor de kust in zee. Uiteindelijk parkeren we onze camper op de Mt Warning Rainforest park, een gezellige camping omgeven door regenwoud en aan de voet van Mt Warning. De kinderen gaan meteen weer op onderzoek uit, spelen bij de rivier en maken wat vriendjes. Tijdens het eten, wat samenvalt met de zonsondergang luisteren we met verbazing naar de kakofonie van alle dierengeluiden. Alsof alle vogels voor het ondergaan van de zon zijn laatste zegje nog wil doen. Wanneer we het bord bijna leeg hebben, is het klaar met het gefluit en horen we slechts nog een enkele vogel.Na het eten nodigt het buurjongetje de kinderen uit om marshmallows te roosteren boven één van de vele, gezellige kampvuurtjes. Pepijn blijft in eerste instantie heel plichtsgetrouw achter zijn schoolwerk, maar voor Floris is het toch wel een hele opgave om door te werken. We lassen een pauze in voor het marshmellow-toetje. Gezellig hoor, zo’n kampvuur met stoelen en liggende boomstammen erom heen om op te zitten.
Erwin Kuipers 27 oktober 2015
Leuk dat jullie ook op de camping bij Dangar Falls gestaan hebben. Wij hebben nog nooit zoveel vliegen gezien als toen. Hopelijk hebben jullie het beter getroffen! Mooie verhalen, ga zo door.
Heel veel groetjes aus der Schweiz