Olifanten, mangrove bossen en jungle bij Elephant Hills

Zondag 7 februari – nachttrein naar Surat Thani, Elephant Hills Kao Sok
Een half uur voor we er zouden zijn, gaat onze wekker. Dat is (helaas) al om 4.00u. Met dank aan google maps kunnen we goed zien waar we zijn. Het blijkt dat we nog ca 130km van de bestemming zijn. Dat zal hem niet worden in een half uur; de kinderen kunnen nog blijven slapen. Ze hadden het al wel voorspeld dat de trein weliswaar op tijd zou vertrekken maar niet op tijd zou aankomen. Nu maakt dat voor ons niet uit want ons vervoer naar de volgende bestemming is er toch niet voor 8.00u in Surat Thani.

Zelf staan we wel alvast op. Het is toch een onrustige nacht geweest; bang om de wekker te missen waren we een paar keer per uur wakker. Laten we er maar uit gaan, en wat aan het blog werken; foto’s uitzoeken etc. Om 5.15uur moeten we nog 30km; tijd om de kinderen wakker te maken. De kinderen hebben allemaal prima geslapen en ondanks het vroege tijdstip zijn ze goed wakker te krijgen. Om 5.45u, met een vertraging van 1u en 20min, komen we aan in Surat Thani. We worden opgewacht door een dame die ons vraagt waar we naartoe gaan en ons vervolgens naar een restaurantje brengt tegenover het station. Dat is ook de afgesproken plek waar we straks om 8.00u worden opgehaald. We installeren ons aan een klein tafeltje buiten op de stoep samen met een twintigtal andere toeristen die van hieruit naar Koh Samui, Krabi, Phuket en andere plaatsen verder reizen per bus. Het is een aardige drukte van belang en redelijk continu komen er bussen voorbij die weer wat mensen meenemen; vervolgens komt er weer een trein aan en zwelt de groep toeristen weer aan.

Wij zitten intussen rustig aan ons tafeltje en bestellen een ontbijtje; Aafje en Floris pannenkoeken, Pepijn scrambles eggs, en wijzelf Noodle Soup en fried noodles om een beetje in Thaise sferen te blijven! We zitten er eigenlijk prima en na het ontbijt komt het spel kaarten tevoorschijn en wordt er ‘gepest’ en ‘geboerenbridged’. Het is ook al aardig warm (rond 28-29 graden) en af en toe valt er een spat regen; dat is lang geleden. Net iets na achten komt er door de inmiddels grote groep toeristen een chauffeur aanlopen met een bordje ‘Annemarit vanderMade’; dat zijn wij! Met een minibusje gaan we weer op weg naar onze volgende bestemming, het Elephant Hills Camp, een tentenkamp in het Khao Sok National Park.

P1180021 7 wachten in Surathani w

Voordat we vertrekken krijgen we eerst allemaal een flesje water en een zakje pinda’s voor onderweg; nu hebben we niet zo’n trek in pinda’s maar stellen deze service wel enorm op prijs! In Vietnam waren we redelijk gewend geraakt aan het feit dat we iedere keer dat we in een busje stapten een flesje water kregen (wat geen overbodige luxe is in landen waar je kraanwater beter kunt vermijden); in Thailand was dat nog niet voorgekomen en waren we er inmiddels aan gewend geraakt om zelf van tevoren voldoende water in te slaan. Wat wel grappig is; op het zakje pinda’s staat dat aardnoten verwant zijn aan de erwten en bonen en dat het dus eigenlijk groenten zijn en geen noten. Ha ha, zo zijn we weer terug bij de Zuid Afrikaanse naam; grondboontjies.

Het is een tocht van ongeveer 5 kwartier door fraai landschap. Het doet ons wederom wat denken aan Halong Bay maar dan zonder water. Het is bergachtig regenwoudgebied met af en toe, vrij hoge, puntige rotsen van leisteen. Een wat grillig landschap dus. Rond 9.30u komen we aan in het Elephant Hills Camp. Complimenten voor onze drie jonge wereldreizigers. We weten het met zijn vijven altijd weer gezellig te maken, ook als we vroeg op moeten, een tijd moeten wachten of een autorit in het programma hebben. Top jongens!

We worden heel hartelijk ontvangen door gids ‘Bamboe’ en glaasje appelsap. Na het inchecken legt de gids ons het programma uit voor de rest van de dag. Als eerste programmapunt: relaxen tot aan de lunch. En dat lukt ons prima; na onszelf geïnstalleerd te hebben in de (luxe) tenten met een badkamer middenin de jungle, nemen de kinderen een duik in het zwembad. Anne en Fons drinken lekker een kopje koffie (mocca; cappucinno met chocolade) op het terras naast het zwembad.

Om 12.00u klinkt er een mooie gong die aangeeft dat het buffet geopend is. Er staat weer een boel lekkers (Thais) klaar. Na de lunch gaan we met kano’s over de rivier door de jungle. Onderweg horen we allerlei geluiden en zien we 2 mangrove snakes (zwart met gele stippen) die in de bomen hangen. Verderop zien we ook nog een bijennest, dat er weer anders uitziet dan de nesten die we normaal gesproken in Nederland zien.

Wanneer we na een uurtje weer aan land stappen, rijden we met een auto naar het Elephant park ca. 10min verderop. De olifanten die hier leven, werden tot 1989 ingezet voor houttransport. Toen de houtkap aan banden werd gelegd, was er voor veel van deze olifanten geen nut meer en werd het te kostbaar voor de eigenaren om ze te houden. Aangezien vele in gevangenschap waren geboren, konden ze ook niet meer terug het wild in. Parken zoals Elephant Hills hebben toen olifanten gekocht om ze te verzorgen. Elk dier heeft een vaste mahout die haar verzorgt en er elke dag mee het oerwoud in trekt om eten te zoeken. Overigens hebben ze hier alleen vrouwtjes olifanten.

Gids Bamboe geeft uitleg over de dieren en hun leven hier. Daarna komen er twee jonge olifanten van 9jr en een ‘oude’ dame van 46jr; ze gaat badderen. Het is heel grappig om te zien hoe het gaat. Kijkend naar de jonge olifanten zie je dat ze stoeien en lol hebben in het water, later zien we wat recalcitrant gedrag (ook dat herkennen we). Erg leuk.

Wanneer ze klaar zijn met badderen, gaan we hun eten bereiden; ieder krijgt een mand die gevuld mag worden met maiskolven, bananenbladeren, suikerriet en gesneden ananas. Tevens maken we een vitaminebommetje klaar van een tamarinde bal, die oa in zout en graan wordt gerold en vervolgens verpakt wordt in een blad. Zouden we de bal zo geven, dan zouden ze het niet eten. Het blad vinden ze heel lekker en als pakketje verpakt gaat het er dan toch in. Wat ook wel leuk is om te zien, is dat de dames hun voorkeur hebben; dat waar ze geen zin in hebben, gooien ze op de grond en eten ze als laatste op. Na het eten, moeten de dames worden gewassen. Met de vezels van de kokosnoten en water gaan we aan de slag. Bijzonder om de dieren te boenen en oog in oog met ze te staan. Ook wel een beetje spannend, want het blijven toch erg grote en zware beesten!

Na het wassen, stappen we de auto in en rijden we terug naar het main camp. Hier worden we ontvangen met watermeloen en ‘grondboontjies’. We gaan nog even naar de tent om wat aan te rommelen. ’s Avonds is er een vast programma: om 18.45u wordt er op een groot scherm een film getoond (over olifanten of het oerwoud), om 19.15u komen er meisjes van een van de scholen uit de buurt om een paar dansen op te voeren. Daarna is er een kookdemonstratie (Pad Thai of Pittige papaya salade of curry; recepten op de website). Om 20.00uur wordt de gong voor het avondeten geluid.

Terwijl we naar de film over olifanten kijken, zien we Aafjes ogen dichtvallen. Het is een lange dag geweest en het is mooi geweest voor haar. Ik ga met haar naar de tent, zodat ze kan slapen. Alphons en ik wisselen elkaar af zodat we alle twee kunnen eten. Het restaurant is hier net iets te ver om bereik te hebben met de babyfoon. Daarna gaan we allemaal lekker slapen. Wat een top dagje. Ondanks de treinrit, het wachten bij het station en de autorit erna vallen we allemaal in slaap met het idee dat we de hele dag al met kayaks en olifanten in de weer zijn, hier bij Elephant Hills.

Maandag 8 februari – boottocht door mangroves
Om 8.00uur gaat de gong voor een heerlijk ontbijt. Naast vers fruit en Thais eten, is er muesli en cruesli met home made yoghurt en diverse broden, vleeswaren en kaas. Lekker hoor. Grappig om te zien dat we allemaal met een schaaltje muesli en fruit aan tafel komen zitten. Dat hebben we toch wel gemist de laatste tijd.

Om 9.00uur vertrekken we samen met een gezin van 3 met een busje richting de kust. Na een uurtje rijden arriveren we bij een lokale markt. Dit ivm het getijde; we gaan straks het water op, maar daar moet het eerst vloed voor zijn. Op de markt komen we nog een aantal nieuwe groente- en fruitsoorten tegen, waaronder: salacca (rood, schubbenhuid, smaakt zoet/ zuur), heel kleine aubergines (groene knikkers), wing beans (lijkt op sperziebonen, met over de lengte een soort lamellen). Onze gids Kong (“King Kong” zegt het iele meisje met een glimlach) leidt ons rond op de markt en geeft af en toe wat uitleg.

Ook hier weer, net zo als in de rest van Thailand en Vietnam, worden de jongens aangezien voor tweelingen. Regelmatig wordt de vraag gesteld. Voor ons als ouders natuurlijk moeilijk te zien, maar als we goed kijken begrijpen we het wel een beetje; zeker nu Floris tijdens de reis behoorlijk gegroeid is en bijna net zo groot is als zijn broer.

We zien nu ook hoe aubergine aan zijn Engels ‘egg plant’-naam kan zijn gekomen; door de groen/witte versie ter grootte van een ei. Ook zien we bruin/ zwarte eieren met roze schaal. Deze hebben ca. 50 dagen lang in een bepaalde substantie gelegen waardoor het eiwit is gestold en ze rauw gegeten kunnen worden. Ondanks dat we wel in zijn voor iets nieuws, kost het ons overigens niet veel moeite om dit aan ons voorbij te laten gaan.

Wanneer we met de gids een rondje hebben gelopen, lopen we zelf nog kort over de markt. We kopen een paar zoete tamarinde ‘bonen’ en wat schoongemaakte Jack Fruit. De tamarinde proeven we wanneer we later in de auto zitten. Lekker! De smaak is ons bekend, al kunnen we het nog niet 1,2,3 thuisbrengen. Het lijkt een beetje op dadel (ook qua plakkerigheid), maar dan een beetje zurig. Wel lekker. (Later komen we er achter dat hij ook wel Indische dadel wordt genoemd, dus de herkenning klopte wel).

Kong had voor ons allemaal een aantal salacca vruchten gekocht die we ook proeven. Hmm… we zijn er niet helemaal over uit wat we daar van vinden. Ergens is het wel lekker, maar er is ook iets ondefinieerbaars dat we niet lekker vinden. Geur, smaak,..? We verzamelen wat pitjes van zowel de Jack fruit, salacca en tamarinde; allemaal weer anders van kleur en grootte; leuk voor in de letterbak met herinneringen thuis. Later vinden we ook nog een vrij grote pit/ zaadlob van een Indian Almond en een rode pit van een voor ons onbekende vrucht; deze gaan ook mee.

De gids Kong vertelt ook over een vrucht genaamd nurian. Deze zou lijken op Jack Fruit, maar zo ontzettend stinken dat je hem niet mee mag nemen naar een openbare ruimte. Toeristen die hem kopen en mee naar het hotel nemen, krijgen onherroepelijk problemen met de hotelmanager, aangezien de onaangename geur zich heel erg zou verspreiden.

Na de markt rijden we naar een rivier, waar we aan boord gaan van een speedboat. We varen langs een vissersdorp en slaan daarna een zijweg in. Deze leidt ons tussen de mangrove bossen door. Wat gaaf, dit is echt weer heel anders dan wat we tot nu toe op onze wereldreis hebben gezien. We zien twee mangrove slangen op de takken boven ons en aan de kant. Wauw! Ook zien we een red tailed pit viper slang; deze lijkt erg op de zeer giftige groene Tree pit viper, maar is groter en heeft dus een rode staart. Grappig dat hij zo genoemd wordt, want ondanks het roodachtige uiteinde van zijn staart is het opvallende aan de slang eigenlijk zijn fel groene kleur. We horen allerlei oerwoud geluiden.

Wanneer we na een tijdje weer omkeren, varen we naar een grotere boot. Deze brengt ons naar de monding van de Andaman zee. Hier stappen we per twee personen in een kayak. Spannend, want de stroming is hier best sterk en daar moeten we even tegenin. Floris gaat met Alphons, Pepijn met de gids en Aaf en ik delen samen een boot. In de kayak varen we een klein stukje tegen de stroming in en slaan dan een smalle waterweg in. Deze keer kayakken we door de mangrove bossen. Wat gaaf, wat gaaf! We volgen de instructie om in het midden te kayakken en niet met de peddels aan de takken te zitten. Wanneer je de slangen eenmaal in de takken hebt zien liggen, is dat iets wat je overigens instinctief ook wel doet. We zien twee mangrove pit vipers (vrij kleine en een andere soort dan de ‘gewone’ mangrove slang).

Na ca drie kwartier zijn we weer terug bij de boot, waar inmiddels een heerlijke Thaise lunch is gemaakt. Alles is weer vers bereid en smaakt heerlijk. Rijst, groene curry, roergebakken groenten, gefrituurde garnalen, gebakken vis. Ook het toetje van verse ananas en watermeloen past ons wel; heerlijk al dat fruit.

Terwijl we lunchen vaart de boot verder richting een eiland. Het laatste stuk doen we met de speedboat. Zodra we het strand op stappen valt er gelijk iets op; er schieten tientallen kleine krabbetjes over het strand. Ze zijn ontzettend snel. Het ontmoedigt de jongens overigens niet om ze te pakken; even later hebben ze er een paar gevangen. Van de gids hebben ze de tip gekregen om de slipper schuin te zetten wanneer ze in de buurt zijn. Op zoek naar een mooie schuilplek schieten de kreeftjes er dan graag onder. Beet! Na een tijdje geldt dat de andere kant op; een kreeft heeft Pepijn beet! Pepijn heeft een heremietkreeft op zijn hand en die bijt hem. Dat is even schrikken, en pijnlijk, al is het niet gevaarlijk. Het blijkt dat hij zijn vel te pakken had en uiteindelijk komt Pepijn er zonder wond vanaf, maar wel erg geschrokken.

Wanneer ik met de fotocamera een stukje over het strand loop om te kijken wat er om de hoek te zien is, valt het op dat er ontzettend veel troep ligt. Plastic en glazen flessen, shampoo flessen, 2 slippers en een schoen, visnetten, een jerrycan, pakjes melk etc. Wat een boel! Pepijn, Aafje en ik beginnen troep te verzamelen. De gids zegt dat er elke week mensen van Elephant Hills troep komen ruimen, maar dat geeft me niet de rust om lekker te gaan liggen zonnebaden terwijl het nu vol ligt. Gezien de hoeveelheid betwijfel ik overigens of dit inderdaad wekelijks gebeurd. Aangezien we geen plastic zak hebben, verzamelen we het in de grote badhanddoeken die we hadden meegekregen; die gaan toch wel weer in een kookwas (hoop ik). Wanneer we na een 45min weer terug naar de boot gaan hebben we ca. 2m3 aan troep bij elkaar. Het voelt als een druppel op een gloeiende plaat, anderzijds; Little by litte, a little becomes a lot. Alle beetjes helpen. We laten het schoner (minder vuil) achter dan dat het was toen we kwamen en dat voelt toch goed.

We gaan weer terug, deels met de grote boot en deels met de speedboot. Wanneer we langs het punt komen waar we met de kayak de mangrovebossen in gingen, zien we dat het water inmiddels ca. 60cm is gedaald. Her en der zien we bomen waarvan de wortels nu niet alleen bloot zijn komen te liggen, maar ook nog eens lijken te zweven; de grond eronder ligt ca. 20cm lager dan het uiteinde van de wortel.

Eenmaal aan land worden we weer opgehaald door het busje. Het duurt ca. een uur voor we terug zijn. Onderweg zien we her en der weer zwerfhonden; een bekend fenomeen hier. Terug bij Elephant Hills Main Camp staat er watermeloen en gebrande pinda’s klaar. Na hier wat van gesnoept te hebben, gaan we allemaal douchen.

Alphons zag net dat de juf van Floris heeft laten weten dat we vandaag kunnen skypen, dus zit Flor een klein half uur later achter de laptop. Hij geniet er zichtbaar van om zijn klasgenoten te zien. Leuk hoor. Hij vertelt wat hij afgelopen dagen heeft gedaan en de klas vertelt waar zij mee bezig zijn.

Hierna gaan we even borrelen. We zijn vandaag op de kop af 200 dagen op reis; dat willen we vieren. “Maar 200 dagen is toch heel lang?” vraagt Aafje; “ik had nog helemaal niet het idee dat we al zo lang op reis zijn.” Enerzijds kijken we er allemaal naar uit om weer thuis te zijn, familie en vrienden te zien, maar anderzijds willen we allemaal dit avontuur zo lang mogelijk vast houden. Het voelt goed om zoveel tijd met elkaar door te brengen en dat is ook met name hetgeen we in Nederland willen vasthouden.

Dinsdag 9 februari – Cheow Larn stuwmeer en kayakken door jungle
Weer heerlijk geslapen tijdens een nacht vol oerwoudgeluiden; bijzonder. Het wordt ook niet koeler dan zo’n 21-22 graden, dus een dun lakentje is genoeg. De tent is voorzien van veel ‘ramen’ van gaas, waardoor we het idee hebben gewoon buiten te slapen. Heerlijk!

Het temperatuurverschil gedurende de dag is overigens groter dan het temperatuurverschil tussen zomer en winter. Na genoten te hebben van het ontbijt gaan we op pad onder begeleiding van gids Nan. De bestemming is het Cheow Larn Lake, een stuwmeer dat in de jaren ’80 is aangelegd in het Khao Sok national park, na uiteraard veel protest van bepleiters voor natuurbehoud. Het is een rit van ongeveer een uur, maar na drie kwartier stoppen we even bij een lokale markt. Dit marktje is wat toeristischer dan die van gisteren, maar toch vinden we het leuk er even over rond te lopen en vooral alle verse waren te zien. Dit keer ‘verse’ varkens; alles ligt op tafel, alle ingewanden, stukken vlees, de ribben uiteraard, maar ook de kop en maag (die overigens een mooie structuur heeft). Toch weer wat nieuws gezien! Wanneer we geinen dat zo’n varkenskop wel een leuk idee is voor het kerstdiner hebben we bij Floris gelijk beet. “Als jullie dat doen, dan ga ik die avond bij een ander gezin eten, hoor!”

Vervolgens rijden we door naar het stuwmeer. We stoppen bij een uitzichtpunt waar je goed de stuwdam tbv waterkrachtcentrale kunt zien en daarachter het meer. Toen de dam werd aangelegd (na dus veel gelobby en gedoe), is er veel moeite gedaan allerlei dieren die in het nauw zouden komen te vangen en te herplaatsen elders in het gebied. In totaal zijn er ruim 1200 dieren naar andere gebieden verplaatst. Echter, vaak ging dit toch niet goed, omdat deze dieren niet goed aarden in het nieuwe gebied, een te groot aantal dieren op een te klein oppervlak, vanwege de stress van het vangen, verplaatsen, etc.

Na deze stop is het een kort ritje naar een kleine pier, waar we weer op een Longtail boat stappen en over het meer gaan varen. De omgeving is prachtig. Puntige rotsen steken her en der uit het water, begroeid met regenwoud. De gids vertelt ons dat dit gebied ook Karstgebergte is, net zoals in Vietnam (Halong Bay). Miljoenen jaren geleden lag er een groot koraalrif vanaf ongeveer Zuid-China tot aan Maleysië, met uitschieters richting Borneo en de Filipijnen. Later zakte dat weg en toen India tegen Eurazië aan botste werd het weer omhoog gestuwd. En dus kijken we aan tegen een landschap wat we al eerder hebben gezien, zowel in Thailand als in Vietnam.

Het is een mooie tocht van ongeveer een uur en uiteindelijk komen we aan bij vlotten waar hutten op staan. Hier zou je ook kunnen overnachten, maar aangezien we dat al hiervoor hebben gedaan, doen wij dat niet. Wel genieten we hier van een heerlijke Thais buffet. Het is allemaal weer erg lekker en goed verzorgd. Daarna is er tijd om vanaf de vlotten te zwemmen en te kayakken. Rondom de vlotten zwemmen ook veel vissen en deze worden eerst gevoerd door de kinderen. Daarna stappen we in een Kayak. Dit keer gaat Pepijn met Anne, en Aafje en Floris samen met Fons. We varen naar de overkant en gaan een inham in waar we ons meteen diep in de jungle wanen. Een werkelijk kakofonie van geluiden; met name de lokale krekels laten van zich horen. Er zouden hier ook apen moeten zitten en slangen (in de rest van het park zitten zelfs wilde olifanten, luipaarden, Sunbears, Herten), maar die zien we niet. Wel zien we een Hornbill overvliegen (spanwijdte 1,5m); een geweldig zicht. Omdat het een nogal natte bedoeling kan zijn in de Kayak, hebben we geen camera of telefoon meegenomen. Onderstaande foto’s van Hornbill en White handed gibbon zijn dan ook van het internet, om toch een indruk te geven van de dieren.

Op de terugweg gaan we nog langs een andere oever, waar we bij een bamboe bos allerlei gekraak horen; wat zou er zitten? Of is het bamboebosje, dat al enigszins overhelt, bezig helemaal in het water te storten? We zien uiteindelijk niets en keren terug naar het vlot. Nu we toch de zwemkleding al aan hebben, duiken we nog even lekker in het water. Heerlijk even met z’n allen zwemmen.

We worden met een longtail boot weer teruggebracht naar de pier. Onderweg daarnaartoe zien we eerst een visarend in een boom zitten en als we dichterbij komen (de bootsman gaat iets langzamer varen om het beter te bekijken), zien we een zwarte white-handed gibbon die aan de oever van het meer water drinkt. Dit is een aap met witte handen en ook een witte ring in zijn gezicht en komt voor in verschillende vachtkleuren; wit, beige, grijs, zwart. Zodra we verder dichterbij komen schiet hij weg de jungle in en een boom in; we zien af en toe wat takken en boomstammen bewegen, maar zien hem verder zelf niet meer. Cool om gezien te hebben.

Eenmaal bij de pier stappen we in de bus die klaarstaat en die ons in een uurtje terugbrengt naar het kamp. Daar staan weer watermeloen en nootjes klaar. Vervolgens frissen we ons lekker op en gaan we terug naar de centrale ruimte waar de kinderen monopoly spelen; er is een kast met allerlei spelletjes en de kinderen hadden oa schaken al gevonden en nu dus Monopoly. We bestellen er wat lekker drinken bij en zo zitten we heerlijk na te genieten van de dag. De kookdemonstratie is vandaag over Pad Thai, een traditioneel Thais gerecht. De recepten staan overigens op de website (ook van Kaeng Kari Kai (pittige curry) en groene papaya salade), klik hier om ze te zien.

De Pad Thai is meteen een soort voorgerecht van het avondeten want direct na de demonstratie en het proeven, wordt het buffet geopend en genieten we weer van allerlei lekkers. Dit keer weer nieuwe soorten curry, gebakken vis en vlees, salade en fruit en een lekker toetje. Een heerlijke dag.

Woensdag 10 februari – jungle tracking & cooking
Yes, we gaan weer wandelen. Dat was even geleden, na Nieuw Zeeland hebben we geen (berg)wandelingen meer gedaan. Na het ontbijt gaat we op pad. Het is erg warm vandaag; afgelopen dagen was het zo rond 30 graden, vandaag loopt het tegen 34 graden en is het ook vochtiger. We hebben vandaag weer Nan als gids, net als gisteren. Vandaag begeleidt ze alleen ons. We trekken er op uit, steken op een bamboe vlot de rivier over en lopen verder. Tijdens de oversteek voeren de kinderen de vissen met een zakje visvoer dat ze van de gids hebben gekregen. Eenmaal aan de overkant, trekken we het oerwoud in. Regelmatig stoppen we even als Nan ons iets wil vertellen. Allerlei leuke weetjes over bomen van 100plus jaar oud, bamboe dat wel 1meter per dag kan groeien (totale lengte tot wel 50 meter), uitleg over lianen, etc. We stoppen bij een rubberboom. Hier legt ze uit hoe het rubber wordt opgevangen, wat de toepassingen zijn etc., zie filmpje. Leuk om te zien. Je ziet de jongens denken “Dus zo ontstaan elastiekjes!”.

Na een uurtje wandelen met af en toe wat rotsige hindernissen en stekelige lianen ontwijkend, komen we bij een hut van bamboe. Hier gaan we koken. Er is al een meneer die het koken heeft voorbereid. Alle ingrediënten worden laten zien en toegelicht. We beginnen met het maken van kokosmelk. Dat wil zeggen we gaan kokosvlees raspen, daar gaat eerst wat heet water over heen en daarna wat koud, zodat je met een hand het kunt uitknijpen zonder je hand te verbranden. Het raspen doen we allemaal even, het uitknijpen alleen de meneer (wel zo hygiënisch en nadat hij zijn handen heeft gewassen).

Ondertussen ligt er een lekker vleesje op de BBQ; varkensvlees gemarineerd in tumeric, knoflook, zwarte peper, zout, suiker; lekker! Dit alles geklemd in een bamboestok. We eten uit halve kokosnoten. Leuk om te zien ook van de kokosnoot van alles en nog wat wordt gebruik: de vezels aan de buitenkant van de harde noot worden gebruikt voor het maken van touw of matrassen (of het wassen van olifanten), de noot/ schaal wordt gebruikt als etenskommetje of er worden lepels van gemaakt. Zelfs het kokosvlees wordt na het uitknijpen nog gebruikt om het huis schoon en glimmend mee te maken. Er komt dan nog steeds olie uit.

Na de heerlijke lunch waar we naast het gebraden varkensvlees, ook een curry en fruit hebben gegeten, lopen we weer verder. We komen langs het nest van een (kleine) Tarantula en zien hoe fijn het web is en de tunnel die hij erin heeft. Wanneer we weer bij de rivier komen, pakken de kinderen het restje visvoer erbij wat ze tijdens het oversteken op het bamboevlot uitstrooien. Er zwemmen honderden vissen.

Ondanks ons vertrek om 14.00uur hebben we tot die tijd onze kamer nog! Heerlijk. We duiken allemaal onder de douche. Met dit warme weer is dat wel erg lekker. De laatste spullen worden ingepakt en wanneer we zijn uitgecheckt staat het busje voor. Om 14.00uur rijden we weg. Dank je wel Elephant Hills, we vonden het heerlijk hier. Elke avond kwam de gids die ons die dag had begeleid de gids van de volgende dag introduceren, alles was super verzorgd en de logistiek van het geheel was top geregeld.

Samen met twee stellen worden we naar Krabi gereden. In de auto vallen een paar van ons in slaap. Eerder dan verwacht, arriveren we na twee uur rijden bij ons hotel in Krabi. Na de spullen op de kamers te hebben gezet, wordt er lekker gezwommen. Ook hier is het warm en zonnig. Vanavond eten we in het hotel. Het eten is een buffet met allerlei thaise gerechten en wordt buiten geserveerd en er is zelfs live muziek. Lekker en gezellig. We kijken allemaal uit naar morgen wanneer Eelke en Martijn met de kinderen er zullen zijn.


0 gedachten over “Olifanten, mangrove bossen en jungle bij Elephant Hills

  1. […] is gegaan dat we niet ergens zwerfafval tegenkwamen. Of het nu in het regenwoud was, op een (onbewoo... https://broekiesopreis.wordpress.com/2016/02/20/samen-wordt-het-schoner

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *